Waar bomen
niet meer groeien
tenten zijn verbrand
de aarde verschroeid
huilt een eiland

zit een man in de as
zijn hoofd op de vangrail
vergeefs wenst hij te verdwijnen
in het niets van een droomloze slaap
zonder vijand, zonder virus, zonder vuur

zijn enige hoop
is een dak van sterren
en het kind aan zijn voeten
dat met sintels speelt.

in een broedplaats van wanhoop
ontbreekt elk onderscheid
tussen daders en slachtoffers

zolang de leiders op het vaste land
hun harten met wantrouwen voeden
en oneindig leed in getallen verkleinen

is het een schrale troost
dat de meeste mensen deugen.

© Henk Gilhuis